BasisBijbel

Richters 1:2-8 BasisBijbel (BB)

2. De Heer antwoordde: "De stam van Juda. Ik zal ervoor zorgen dat zij de Kanaänieten verslaan."

3. Toen zei de stam van Juda tegen de stam van Simeon: "Ga met ons mee. Help ons met het veroveren van ons gebied op de Kanaänieten. Dan zullen wij jullie helpen om jullie gebied te veroveren."

4. en

5. En de stam van Simeon ging met de stam van Juda mee. De Heer zorgde ervoor dat ze de Kanaänieten en de Perezieten overwonnen. Ze vielen hun koning Adoni-Bezek aan in Bezek. Ze versloegen de Kanaänieten en de Perezieten en doodden bij Bezek 10.000 mannen.

6. Adoni-Bezek vluchtte. Maar ze haalden hem in, grepen hem en hakten zijn duimen en grote tenen af.

7. Toen zei Adoni-Bezek: "Van 70 koningen heb ik de duimen en grote tenen afgehakt. Ze moesten leven van de etensresten die ze onder mijn tafel vonden. Nu heeft God mij daarvoor gestraft en met mij hetzelfde gedaan." Hij werd naar Jeruzalem gebracht. Daar is hij gestorven.

8. Jeruzalem was inmiddels al door de Judeeërs veroverd. Zij hadden iedereen gedood en de stad in brand gestoken.