BasisBijbel

Psalmen 78:52-65 BasisBijbel (BB)

52. Maar zijn eigen volk nam Hij mee,zoals een herder zijn schapen meeneemt.Hij leidde zijn kudde door de woestijn.

53. Bij Hem waren ze veilig.Ze hoefden nergens bang voor te zijn.Want hun vijanden waren verdronken in de zee.

54. Hij bracht hen naar zijn eigen gebied,naar de berg die zijn eigendom was.

55. Hij joeg de volken voor hen weg.Hij gaf het gebied van die volken aan zijn eigen volk.Het werd hun eigendom, hun eigen land.

56. Maar ze daagden God weer uit.Ze waren koppig tegen de Allerhoogste God.Ze hielden zich niet aan zijn bevelen.

57. Net als hun voorouders waren ze ontrouw aan Hem.Ze gingen de verkeerde kant op,zoals kromme pijlen uit een slechte boog.

58. Ze maakten Hem kwaad met hun altaren voor de afgoden.Ze maakten Hem jaloers met hun godenbeelden.

59. God zag hoe ontrouw ze waren.In zijn woede liet Hij Israël in de steek.

60. Hij verliet zijn heiligdom in Silo ,de plaats waar Hij bij de mensen woonde.

61. Hij liet de kist van zijn verbond– de plaats waar Hij woonde –door de vijanden meenemen als buit.

62. Hij liet zijn volk door de vijand doden,omdat Hij vreselijk boos op hen was.

63. De jonge mannen werden gedood.De meisjes hadden niemand meer om mee te trouwen.

64. De priesters werden vermoord.De weduwen hadden geen tranen meer over.

65. Toen werd de Heer wakker,zoals iemand die diep heeft geslapen,zoals een held die overmoedig roept door de wijn.