BasisBijbel

Psalmen 78:32-49 BasisBijbel (BB)

32. Toch bleven ze Hem ongehoorzaam.Ze vertrouwden niet op zijn wonderen.

33. Toen maakte Hij hun leven zinloos.Hun leven werd één en al ellende, jarenlang.

34. Steeds als Hij [ een aantal van ] hen doodde,kwam het volk weer bij Hem terugen wilden ze God weer dienen.

35. Dan wisten ze weerdat God de rots onder hun voeten was,dat Hij de Allerhoogste God was,de enige die hen kon redden.

36. Maar ze bedrogen Hem.Ze beloofden Hem dingen die ze niet meenden.

37. Ze hielden niet echt van Hem.Ze waren niet trouw aan zijn verbond.

38. Maar omdat Hij medelijden met hen had,vergaf Hij hun steeds hun ongehoorzaamheiden vernietigde Hij hen niet.Elke keer hield Hij zich in.

39. Hij dacht er aan dat ze maar mensen waren,een zuchtje wind dat langswaait en nooit meer terugkomt.

40. Wat waren ze Hem toch vaak ongehoorzaam!Steeds weer deden ze Hem verdriet daar in de woestijn.

41. Steeds weer daagden ze God uit.Steeds weer dachten ze dat Hij hen niet zou kunnen redden.

42. Ze vergaten zijn macht.Ze vergaten hoe Hij hen had gered van hun vijand [ Egypte ].

43. Ze vergaten de wonderendie Hij in Egypte had gedaan.

44. Daar had Hij het Nijlwater veranderd in bloed.En niet alleen de Nijl, maar ook de andere rivieren.Niemand kon het water nog drinken.

45. Hij had allerlei ongedierte laten komen dat hen verslond.Daarna kikkers die hun het leven onmogelijk maakten.

46. Hij liet sprinkhanen komendie de planten en de oogst op-aten.

47. Met hagel en ijzelvernielde Hij de wijnstruiken en vijgenbomen.

48. Hij doodde hun vee door de hagel,hun kudden door de bliksem.

49. Woedend was Hij.Hij strafte Egypte met een leger doods-engelen.