BasisBijbel

Psalmen 69:4-17 BasisBijbel (BB)

4. Ik ben moe van het roepen.Mijn keel doet er pijn van.Mijn ogen branden, moe van het uitkijken naar God.

5. Ik heb veel meer vijanden dan haren op mijn hoofd.Ze haten me zonder enige reden.Ze zijn machtig geworden en willen me doden.Ik moet aan hen teruggeven wat ik nooit van hen gestolen heb.

6. God, U weet dat ik een dwaas ben geweest.U weet wat ik voor slechts heb gedaan.

7. Maar Heer van de hemelse legers, God van Israël,zóveel mensen vertrouwen op U.Stel hén niet teleur omdat ík verkeerd tegen U heb gedaan.

8. Omdat ik U wil dienen,word ik beledigd en voor gek gezet.

9. Mijn broers doen alsof ze me niet kennen.Mijn bloedeigen broers doen alsof ik een vreemde ben!

10. En dat doen ze omdat ik alles over heb voor U en uw heiligdom.De scheldwoorden waarmee de mensen U beledigen, raken ook mij!

11. Als ik treur en niets eet omdat ik naar U verlang,lachen ze mij daarom uit.

12. Als ik rouwkleren aantrek,maken ze grappen over mij.

13. In de stadspoort wordt er over me gepraat.Waar gedronken wordt, maken ze spotliedjes over me.

14. Maar ik bid tot U, Heer.Antwoord mij alstublieft, want ik houd van U.God, help me alstublieft,want U bent goed en liefdevol.

15. Trek me uit dit moeras, zodat ik er niet in wegzink.Red mij van de mensen die me haten,red mij uit het diepe water.

16. Zorg dat de golven mij niet wegspoelen,dat het water mij niet opslokt,dat de modder zich niet boven mij sluit.

17. Antwoord mij, Heer,want U bent goed en liefdevol!Kom naar mij toe en red me.Heb medelijden met me.