BasisBijbel

Psalmen 69:20-36 BasisBijbel (BB)

20. U weet hoe vreselijk ze me behandelen,hoe ik aldoor word beledigd.U weet wie mijn vijanden zijn.

21. Ik word zó belachelijk gemaakt,dat het mijn hart breekt.Ik kán niet meer.Ik hoopte op een klein beetje medelijden,maar dat was er niet.Ik hoopte dat iemand me zou troosten,maar er was niemand.

22. Het is alsof ze me bittere gal te eten geven,alsof ze me azijn te drinken geven.

23. Heer, laat hun maaltijden een valkuil wordenvoor henzelf en voor hun vrienden.

24. Maak hen blind, zodat ze niets meer kunnen zien.Maak hen zó zwak, dat ze niet meer kunnen staan.

25. Straf hen, koel uw woede op hen!Laat hen niet ontsnappen.

26. Verwoest hun huizen en hun akkers.Zorg dat er niemand meer woont.

27. Want ze achtervolgen mij:zo straft U mij.Ze lachen met elkaar over mijn pijn.

28. Tel al hun slechte daden bij elkaar op,dan kunnen ze nooit vrijgesproken worden.

29. Haal hun namen weg uit uw Boek van het leven.Schrijf hen niet op in het Boek met de namenvan de mensen die leven zoals U het wil.

30. God, ik ben er ellendig aan toe.Bescherm me alstublieft en red me!

31. Dan zal ik U prijzen met een lied.Ik zal een danklied voor U zingen.

32. Daar geniet U meer vandan van een prachtige stier met mooie horens[ die ik aan U offer ].

33. Mensen die leven zoals U het wil,zullen het zien en er blij over zijn.Mensen die op U vertrouwen, zullen weer blij zijn.

34. Want U luistert naar mensen in nood.Gevangenen zijn voor U niet te onbelangrijk.

35. Prijs Hem, hemel en de aarde,prijs Hem, zeeën, met alles wat in je leeft.

36. Want God zal Jeruzalem bevrijden.Hij zal de steden van Juda weer opbouwen.De mensen zullen er weer kunnen wonen.Ze zullen het land weer bezitten.