BasisBijbel

Psalmen 69:18-27 BasisBijbel (BB)

18. Doe niet langer alsof U er niet bent.Antwoord mij alstublieft gauw!Want ik ben in groot gevaar.

19. Kom mij redden.Bevrijd mij van mijn vijanden.

20. U weet hoe vreselijk ze me behandelen,hoe ik aldoor word beledigd.U weet wie mijn vijanden zijn.

21. Ik word zó belachelijk gemaakt,dat het mijn hart breekt.Ik kán niet meer.Ik hoopte op een klein beetje medelijden,maar dat was er niet.Ik hoopte dat iemand me zou troosten,maar er was niemand.

22. Het is alsof ze me bittere gal te eten geven,alsof ze me azijn te drinken geven.

23. Heer, laat hun maaltijden een valkuil wordenvoor henzelf en voor hun vrienden.

24. Maak hen blind, zodat ze niets meer kunnen zien.Maak hen zó zwak, dat ze niet meer kunnen staan.

25. Straf hen, koel uw woede op hen!Laat hen niet ontsnappen.

26. Verwoest hun huizen en hun akkers.Zorg dat er niemand meer woont.

27. Want ze achtervolgen mij:zo straft U mij.Ze lachen met elkaar over mijn pijn.