BasisBijbel

Psalmen 51:8-20 BasisBijbel (BB)

8. Maar U wil dat ik goed en eerlijk ben.Dat uw wijsheid in mijn binnenste is.

9. Reinig mij, dan ben ik weer helemaal schoon.Was mij, dan is mijn hart weer witter dan de sneeuw.

10. Heer, U heeft me gestraft.Laat me nu ook weer blij zijn,laat me weer kunnen juichen.

11. Vergeef me dat ik U ongehoorzaam was, Heer,doe al mijn slechte daden weg.

12. Geef me een zuiver hart, God!Maak mijn geest nieuw en sterk.

13. Stuur me niet bij U vandaan.Neem uw Heilige Geest niet van mij weg.

14. Maak me weer blij over uw redding.Maak me gewillig om U te gehoorzamen.

15. Dan zal ik slechte mensen leren hoe U wil dat zij leven.Dan zullen ze U gaan dienen.

16. Heer, ik ben schuldig, want ik heb iemand vermoord! Neem alstublieft mijn schuld van me af.Want U bent de God die mij redt.Dan zal ik over U juichen.

17. Heer, laat me U prijzen.Laat me vertellen over wat U heeft gedaan.

18. Want U geniet er niet van als ik U nu offers zou brengen.Als U offers van mij wilde, zou ik U die geven.Maar het gaat U niet om brand-offers.

19. Het offer waar U naar verlangt, is,dat ik werkelijk spijt heb van wat ik heb gedaan.U stuurt nooit iemand weg die werkelijk spijt heeft.

20. Wees goed voor Sion, omdat U goed bent.Bouw de muren van Jeruzalem weer op.