BasisBijbel

Psalmen 41:7-13 BasisBijbel (BB)

7. Als ze me komen bezoeken,zeggen ze vriendelijke dingen, maar ze menen er niets van.Want in hun hart wensen ze mij kwaad toe.Op straat vertellen ze wat ze werkelijk denken.

8. Ze haten me en fluisteren lelijke dingen over mij.Ze wensen me het aller-ergste toe.

9. Ze zeggen: "Hij is doodziek.Ik hoop dat hij nooit meer zijn bed uit komt."

10. Zelfs mijn beste vriend, die ik vertrouwde,die bij mij at, is mijn vijand geworden.

11. Maar Heer, heb alstublieft medelijden met me!Maak me weer gezond!Dan zal ik wraak op hen nemen.

12. Als U ervoor zorgt dat mijn vijandengeen plezier meer over mij hebben,weet ik zeker dat U van mij houdt.

13. Ik ben onschuldig.Daarom wilt U me helpen en mag ik altijd dicht bij U zijn.