BasisBijbel

Psalmen 38:9-17 BasisBijbel (BB)

9. Ik ben uitgeput, bijna dood van vermoeidheid.Ik schreeuw het uit, zó bonkt mijn hart.

10. Heer, U weet waar ik naar verlang.U hoort hoe ik kreun.

11. Mijn hart bonkt.Ik heb geen kracht meer en mijn ogen staan dof.

12. Mijn vrienden en kennissen blijven weg nu ik ziek ben.Zelfs mijn familie komt niet meer.

13. Mijn vijanden willen me doden.Ze zetten een val voor mij op.Ze zeggen slechte dingen over mij om mij kwaad te doen.Ze bedenken sluwe plannen tegen mij.

14. Maar ik houd me doof,ik doe alsof ik het niet hoor.Ik houd mijn mond en zeg niets.

15. Ik doe alsof ik niets hoor.Ik zeg niets om mij te verdedigen.

16. Want ik vertrouw op U, Heer.Ik weet zéker dat U me zal antwoorden, mijn Heer God.

17. Want ik wil niet dat ze plezier om mij hebbenomdat het slecht met me gaat.Ik wil niet dat ze me uitlachen omdat ik niet meer kán.