BasisBijbel

Psalmen 22:7-20 BasisBijbel (BB)

7. Maar ik lijk wel een worm in plaats van een man.Zó word ik vertrapt!De mensen lachen me uit en geven niets om me.

8. Iedereen die mij ziet, scheldt me uit.Ze schudden hun hoofd en zeggen spottend:

9. "Je hebt toch de Heer om hulp gevraagd?Laat Hij je dan maar redden!Laat Hij je maar bevrijden!Je zegt toch dat Hij van je houdt?"

10. U heeft mij gemaakt.Toen ik geboren was, legde U mij rustig in mijn moeders armen.

11. Vanaf mijn geboorte was ik van U.Ja, al vóór mijn geboorte was U mijn God.

12. Laat me dan nu niet in de steek!Want ik ben in nood en niemand komt mij helpen.

13. Mijn vijanden zijn overal om mij heen.Ze lijken wel een kudde wilde buffels.

14. Ze loeren op me en bedreigen me,als verscheurende, brullende leeuwen.

15. Mijn leven stroomt als water uit mij weg.Ik ben helemaal uitgeput.Ik heb alle moed verloren.

16. Mijn kracht brokkelt steeds verder af.Mijn tong kleeft vast in mijn mond.U legt mij al op de rand van de dood.

17. Want mijn vijanden hebben mij omsingeld.Ze bedreigen me als grommende honden.Schurken sluiten me in.Ze doorboren mijn handen en voeten.

18. Al mijn botten zijn te tellen.Mijn vijanden kijken toe en genieten van mijn pijn.

19. Ze verdelen mijn kleren onder elkaar.Ze loten wie mijn onderkleed mag hebben.

20. Heer, laat me niet in de steek!Kom me snel helpen. U bent mijn kracht.