BasisBijbel

Psalmen 18:10-27 BasisBijbel (BB)

10. Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden.Donkere wolken waren onder zijn voeten.

11. Hij reed op een engel,vloog op de vleugels van de wind.

12. Hij verborg zich in diepe duisternis,in zware regen en donkere wolken.

13. Door het licht dat van Hem afstraalde,werden de wolken verjaagd.Het regende hagel en gloeiende houtskool.

14. Vanuit de hemel sprak de Heer met een stem als de donder.De Allerhoogste God sprak vanuit de hagel en de gloeiende kolen.

15. Hij schoot zijn pijlen af en mijn vijanden vluchtten.Hij slingerde zijn bliksem naar hen zodat ze in paniek raakten.

16. De zeebodem viel droog,de fundamenten van de aarde werden zichtbaartoen Hij woedend tegen mijn vijanden tekeer gingen tegen hen blies met de adem van zijn neus.

17. Hij stak uit de hemel zijn hand naar mij uit,greep me en trok me op uit het diepe water.

18. Hij redde me uit de greep van mijn machtige vijandendie mij haatten en die sterker waren dan ik.

19. Ze vielen me aan toen ik zwak was,maar de Heer hielp mij.

20. Hij bevrijdde me en gaf me weer ruimte.Hij redde mij, omdat Hij van mij houdt.

21. De Heer deed dit voor mij, omdat ik onschuldig ben.Hij beloonde me ervoor dat ik nooit iets slechts had gedaan.

22. Want ik heb me altijd gehouden aan de wetten van de Heer.Ik heb mijn God nooit verlaten.

23. Altijd gehoorzaamde ik zijn leefregels.Ik deed wat Hij van me vroeg.

24. Ik leefde zoals Hij het wilen was Hem nooit ongehoorzaam.

25. Ja, de Heer beloonde me omdat ik onschuldig ben.Hij beloonde me omdat Hij had gezien dat ik nooit iets slechts had gedaan.

26. Als mensen trouw zijn aan U, bent U trouw aan hen.U bent goed voor mensen die goed leven.

27. Aan mensen die eerlijk zijn,laat U zien dat U een eerlijk God bent.Maar aan mensen die slecht zijn,laat U zien dat U hun vijand bent.