BasisBijbel

Psalmen 18:1-13 BasisBijbel (BB)

1. Voor de leider van het koor. Een lied van David, de dienaar van de Heer. Hij maakte dit lied voor de Heer, toen Hij hem had gered van zijn vijanden en uit de handen van koning Saul.

2. Hij zei:Ik houd heel erg veel van U, mijn Heer.U geeft mij kracht.

3. Heer, U bent de rots onder mijn voeten,de burcht waar ik veilig ben, mijn Bevrijder.U bent mijn God, de rots waarop ik kan vertrouwen,het schild dat mij beschermt, mijn Redder,mijn sterke toren waarin ik veilig ben.

4. Ik riep het uit tot de Heer,tot de Heer die het waard is dat wij Hem prijzen.Toen redde Hij mij van mijn vijanden.

5. De dood hield mij in zijn greep,bedreigde mij als een wilde rivier.

6. Het dodenrijk omklemde mij.Overal loerde de dood op mij.

7. Wanhopig riep ik de Heer om hulp.Ik riep tot mijn God.Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis.Mijn geroep klonk in zijn oren.

8. Toen dreunde en beefde de aarde,de bergen schudden en schokten:de Heer was woedend over wat er gebeurde.

9. Rook kwam uit zijn neus.Vernietigend vuur kwam uit zijn mond.Houtskool raakte er door in brand.

10. Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden.Donkere wolken waren onder zijn voeten.

11. Hij reed op een engel,vloog op de vleugels van de wind.

12. Hij verborg zich in diepe duisternis,in zware regen en donkere wolken.

13. Door het licht dat van Hem afstraalde,werden de wolken verjaagd.Het regende hagel en gloeiende houtskool.