16. U zag me al toen ik nog helemaal geen vorm had.Al mijn dagen stonden al in uw boektoen ik nog niet één dag daarvan had geleefd.
17. Wat heeft U prachtige gedachten, God!En zo ontelbaar!
18. Ze zijn zo ontelbaar als het zand.Telkens als ik wakker word,denk ik aan U.
19. God, ik zou willendat U alle slechte mensen doodde.Dat U alle schurken bij me vandaan hield.
20. Want ze zeggen wel dat ze van U houden,maar dat liegen ze.
21. Heer, ik haat de mensen die U haten.Ik heb een hekel aan de mensen die zich tegen U verzetten!
22. Ik haat hen met mijn hele hart.Ze zijn mijn vijanden.
23. God, ik wil dat U alles van me weet.Kijk in mijn hart, onderzoek mijn gedachten.