BasisBijbel

Psalmen 119:131-143 BasisBijbel (BB)

131. Ik doe mijn mond wijd open:ik snak naar uw woorden.

132. Kom naar mij toe, heb medelijden met me.Ik houd immers van U!

133. Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe.Laat het kwaad geen macht over me krijgen.

134. Red me van mijn vijanden.Dan zal ik me aan uw wetten houden.

135. Wees goed voor mij, uw dienaar.Leer mij om me te houden aan uw leefregels.

136. De tranen stromen mij over de wangen,omdat de mensen zich niet houden aan uw wet.

137. U bent rechtvaardig, Heer,en uw wetten zijn goed.

138. U heeft rechtvaardige wetten gegeven.Ze zijn goed en betrouwbaar.

139. Ik brand van verlangen om U te dienen,omdat mijn vijanden uw woorden vergeten.

140. Uw woord is zuiver en waar.Daarom houd ik er heel veel van.

141. Ik ben een onbelangrijk mens,maar ik vergeet uw wetten niet.

142. U bent voor eeuwig rechtvaardig.Uw wet is juist en goed.

143. Ook als ik in nood ben,geniet ik van uw wetten.