BasisBijbel

Psalmen 105:27-37 BasisBijbel (BB)

27. Ze deden in Egypte de wonderendie ze van God moesten doen.

28. God riep het donker.De duisternis kwam gehoorzaam toen Hij riep.

29. Hij veranderde het water in bloeden de vissen stierven.

30. Het land krioelde van de kikkers.Ze zaten zelfs in de paleizen.

31. God riep de luizen .Hij liet luizen komen in het hele land.

32. Hij veranderde de regen in hagel.Hij liet in het hele land de bliksem inslaan.

33. Hij vernielde wijnstruiken en vijgenbomen.Hij brak de bomen in hun hele gebied.

34. Hij liet sprinkhanen komen,ontelbare aantallen kaalvreters.

35. Ze vraten alle groene planten in het land op.Ze verslonden de oogst van hun akkers.

36. Hij doodde alle oudste zonenen alle eerstgeboren dieren in het land.

37. Toen nam Hij het hele volk Israël mee.Hij zorgde ervoor dat ze zilver en goud meekregen.En niemand van hen was te zwak voor de tocht.