BasisBijbel

Psalmen 104:7-21 BasisBijbel (BB)

7. Maar toen U het bestrafte, vluchtte het water.Het vluchtte voor uw donderende stem.

8. Bergen kwamen omhoog, dalen zonken omlaag.Het water stroomde naar de plaats die U het had gewezen.

9. U gaf het water grenzen waar het niet voorbij mag gaan.Het zal de aarde nooit meer bedekken.

10. U leidt het water van de bronnen naar de dalen.Het slingert zich tussen de bergen door.

11. De dieren komen er drinken.De wilde ezels gaan daarheen als ze dorst hebben.

12. Langs de beken wonen de vogels.Tussen de takken zingen ze hun lied.

13. Vanuit uw hemelse paleis laat U regen vallen op de bergen.Alles op aarde groeit en bloeit dankzij U.

14. U laat gras groeien voor het vee en planten voor de mensen.Zo leven de mensen van wat er op aarde groeit.

15. Ze hebben wijn om hen vrolijk te maken,olijf-olie om zich mee te verzorgen,brood om sterk en gezond te blijven.

16. De bomen op de Libanon, door U geplant,hebben water in overvloed.

17. De vogels bouwen er hun nesten.De ooievaars wonen in de cipressen.

18. In de hoge bergen wonen de steenbokken.Tussen de rotsen schuilen de klipdassen.

19. U heeft de maan gezegd wanneer hij moet opkomen.De zon weet precies wanneer ze moet ondergaan.

20. Als U de duisternis stuurt, wordt het nacht.Dan komen de wilde dieren tevoorschijn.

21. De leeuwen vragen U om eten.Brullend gaan ze op jacht.