BasisBijbel

Psalmen 10:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Heer, waarom bent U zo ver weg?Waarom verbergt U Zich juist nu ik U zo hard nodig heb?

2. De mensen die zich niets van U aantrekken,denken dat ze ongestraft arme mensen slecht kunnen behandelen.Heer, zorg ervoor dat zij zelf worden verstriktin de slechte dingen die ze met anderen van plan waren.

3. Ze scheppen op over alles wat ze hebben bereikt.Ze vinden hebzucht een goede eigenschapen zeggen slechte dingen over God.

4. Ze steken trots hun neus in de lucht.Ze zeggen: "Er is geen God. [ Ons kan niets gebeuren. ]"Ze denken er verder niet over na.

5. Ze doen wat ze willen en veroorzaken niets dan ellende.Ze denken er niet aan dat U hen ooit zal oordelen.Ze bedreigen hun vijanden.

6. Ze zeggen bij zichzelf: "Wat kan mij gebeuren?Met mij en mijn familie ná mij zal het altijd goed blijven gaan."

7. Ze vervloeken, liegen en bedriegen.Altijd smeden ze misdadige plannen.

8. Ze liggen in hinderlagen langs stille wegen.Op stille plaatsen doden ze onschuldige mensen.Ze loeren op weerloze mensen.