Psalmen

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

BasisBijbel

Psalmen 77 BasisBijbel (BB)

Psalm 77

1. Een lied van Asaf, op de manier van Jedutun. Voor de leider van het koor.

2. Ik roep tot God.Ik schreeuw het uit tot God, en ik weet dat Hij zal luisteren.

3. Ik ben in nood en ik roep Hem om hulp.De hele nacht roep ik zonder ophouden tot Hem.Ik ben ontroostbaar.

4. Als ik aan God denk, dan kreun ik.Ik word wanhopig als ik aan Hem denk.

5. Ik ben zó onrustig, dat ik er niet van kan slapen.Ik kan niet eens praten van ellende.

6. Ik denk erover na hoe het lang geleden was.

7. Ik dacht erover hoe ik toen muziek voor U maakte.En ik bleef me maar afvragen:

8. Zal de Heer ooit nog bij ons terugkomen?Zal Hij ooit nog goed voor ons zijn?

9. Of is er een einde gekomen aan zijn liefde?Houdt Hij zich niet langer aan zijn beloften?

10. Vergeet God om nog goed voor ons te zijn?Is Hij zó boos, dat het afgelopen is met zijn liefde?

11. En ik zei bij mijzelf:"Het maakt me heel erg verdrietig,maar ik denk dat de Allerhoogste God niet meer met ons is."

12. Ik zal altijd blijven denkenaan de wonderen die U vroeger heeft gedaan.

13. Ik zal erover blijven spreken.Ik zal eraan blijven denken.

14. God, alles wat U doet is zó geweldig!Welke god is zo geweldig als U?

15. U bent de God die wonderen doet.U heeft aan de volken uw macht laten zien.

16. U heeft uw volk, de zonen van Jakob en van Jozef ,op een machtige manier gered.

17. Toen het water U zag, God,toen het water U zag, beefde het van angst.De zee beefde tot op de bodem.

18. De regen gutste uit de wolken.Het onweer dreunde langs de hemel.Bliksemflitsen schoten door de lucht.

19. De donder rolde, de bliksem flitste,de aarde schudde en beefde.

20. U baande Zich een weg door het water,een pad door de zee.Uw voetstappen waren niet te zien.