Psalmen

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

BasisBijbel

Psalmen 50 BasisBijbel (BB)

Psalm 50

1. Een lied van Asaf. De Allerhoogste God, de Heer, spreekt!Hij roept iedereen op aarde op,van waar de zon opgaat tot waar de zon ondergaat.

2. Uit Jeruzalem, de volmaakt mooie stad,komt God, omringd door stralend licht.

3. Onze God komt en zal niet zwijgen.Een alles-verbrandend vuur gaat voor Hem uit.Om Hem heen raast een hevige storm.

4. Hij roept iedereen in de hemel daarbovenen iedereen op de aarde benedenwanneer Hij gaat rechtspreken over zijn volk.

5. "Breng mijn vrienden hier die met offerseen verbond met Mij hebben gesloten."

6. De hemel zegt:"God is rechtvaardig, Hij is de Rechter."

7. [ God zegt: ]"Luister, mijn volk,naar wat Ik ga zeggen, volk van Israël!Ik zal jullie aanklagen, want Ik, God, ben jullie God.

8. Ik zeg niet dat jullie Mij niet genoeg offers brengen.Want jullie offeren aldoor aan Mij.

9. Maar Ik heb geen stieren van jullie nodig.Ik hoef geen geiten uit jullie stallen.

10. Want alle wilde dieren in de bossen,alle dieren op duizenden bergen zijn van Mij.

11. Ik ken elke vogel in de bergen.Alle wilde dieren zijn van Mij.

12. Als Ik honger had, hoefde Ik dat jullie niet te zeggen.Want de wereld is van Mij.Alles op aarde is mijn eigendom.

13. Maar Ik eet geen stierenvlees.Ik drink geen geitenbloed.

14. Dit is het offer dat Ik van jullie vraag:Ik wil jullie dankbaarheid!Doe wat jullie Mij beloven,Mij, de Allerhoogste God.

15. Roep Mij om hulp als jullie in moeilijkheden zijn.Dan zal Ik jullie redden en jullie zullen Mij danken."

16. Maar tegen de mensen die zich niets van Hem aantrekken, zegt God:"Hoe durven jullie over mijn wetten te praten?Hoe durven jullie het te hebben over mijn verbond?

17. Jullie trekken je niets aan van mijn waarschuwingen.Jullie doen niets met wat Ik zeg!

18. Jullie werken samen met dieven.Jullie zijn bevriend met mensen die niet trouw zijn aan hun man of vrouw.

19. Jullie liegen en bedriegen.Jullie vertellen de ene leugen na de andere.

20. Over je eigen broers vertellen jullie lelijke dingen rond.Jullie beledigen de zonen van je eigen moeder!

21. Dit hebben jullie allemaal gedaan,en Ik heb er niets van gezegd.Daardoor denken jullie dat Ik net zo [ oneerlijk ] ben als jullie.Maar nu zal Ik jullie ervoor straffen.Ik zal jullie laten zien hoe slecht jullie zijn.

22. Jullie zijn Mij vergeten.Maar luister nu naar Mij.Anders zal Ik jullie verscheuren als een leeuwen niemand zal jullie kunnen redden.