BasisBijbel

Prediker 10:5-15 BasisBijbel (BB)

5. Ik zag nog iets slechts onder de zon, iets wat gebeurt bij de machtige mensen.

6. Dwaze mensen kregen belangrijke plaatsen in de regering. Maar de wijze mensen kregen onbelangrijke baantjes.

7. Ik zag slaven op paarden zitten. Maar koningen moesten te voet gaan als slaven.

8. Iemand die een valkuil graaft [ voor iemand anders ], zal er zelf in vallen.En iemand die een muur doorbreekt, zal door een slang gebeten worden.

9. Iemand die stenen draagt, kan gewond raken.Als je hout hakt, loop je gevaar.

10. Als je bijl bot is geworden, moet je hem slijpen.Doe je dat niet, dan moet je steeds meer kracht gebruiken.Als je iets goed wil doen, kun je het beste met wijsheid te werk gaan.

11. Als de slang je al heeft gebeten vóór de bezwering,heeft het geen zin meer om de slangenbezweerder nog te laten komen.

12. Iedereen luistert graag naar de woorden van een wijs mens.Maar de woorden van een dwaas storten hem in het ongeluk.

13. Eerst zijn zijn woorden alleen maar onverstandig.Maar later wordt het zelfs gevaarlijk wat hij zegt.

14. Dwaze mensen praten en praten maar,terwijl niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren.Niemand kan zeggen wat er na zijn dood zal gebeuren.

15. Een dwaas zwoegt en zwoegt tot hij doodmoe is.[ Maar hij bereikt er nooit iets mee. Voor hem geldt het spreekwoord: ]"Hij is nog te dom om de weg naar de stad te vinden."