Prediker

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12

BasisBijbel

Prediker 9 BasisBijbel (BB)

Iedereen, goed en slecht, sterft uiteindelijk

1. Luister goed! Ook hier heb ik goed over nagedacht om het te kunnen begrijpen: ook goede en wijze mensen zijn afhankelijk van wat God doet. Ze weten niet of mensen hen zullen liefhebben of haten. Ze weten niets van wat er nog komt.

2. En [ tenslotte ] overkomt iedereen hetzelfde. De goede mensen overkomt hetzelfde als de slechte mensen. De mensen die offers aan God brengen, overkomt hetzelfde als de mensen die geen offers brengen. De eerlijke mensen overkomt hetzelfde als de oneerlijke mensen. De mensen die een eed zweren, overkomt hetzelfde als de mensen die niet willen zweren.

3. Het allerergste wat er onder de zon gebeurt, is dat iedereen uiteindelijk hetzelfde overkomt. Eigenlijk zijn alle mensen van binnen slecht. Daarom maken ze hun hele leven dwaze plannen. En daarna sterven ze.

4. Een mens die leeft, heeft hoop. Een levende hond is beter af dan een dode leeuw.

5. De levende mensen weten tenminste dat ze ooit zullen sterven. Maar de doden weten niets. Ze hebben niets meer te verwachten. Ze zijn vergeten.

6. Hun liefde, hun haat, hun verlangens – alles is verdwenen. De doden doen niet meer mee met de dingen die onder de zon gebeuren.

Het is maar het beste om te genieten van het leven

7. Geniet dus maar van je eten en drinken en wees vrolijk. Want dan doe je wat God heeft bedoeld.

8. Trek mooie kleren aan en verzorg je goed.

9. Geniet van het leven, samen met de vrouw van wie je houdt. Geniet alle dagen van het zinloze leven dat God je heeft gegeven onder de zon. Want dat is je enige beloning voor al je gezwoeg onder de zon.

10. Doe wat je moet doen, en doe dat zo goed mogelijk. Want als je dood bent, is er niets meer te doen. In de dood is geen werk, geen gedachte, geen kennis, geen wijsheid.

11. Opnieuw keek ik rond onder de zon. En ik zag dat niet altijd de snelste mensen de hardloopwedstrijd winnen. De sterkste wint niet altijd de oorlog. De wijze mensen hebben niet altijd genoeg te eten. De slimste mensen worden niet altijd rijk. De verstandigste mensen krijgen niet altijd waar ze recht op hebben. Alles hangt af van het toeval.

12. En niemand weet hoelang hij zal leven. Net zoals vissen plotseling in het visnet gevangen worden, en net zoals vogels plotseling in het vangnet gevangen worden, zo worden ook de mensen plotseling overvallen door de dood.

Als je arm bent, luistert niemand naar je wijsheid

13. Ik ontdekte nog iets onder de zon wat met wijsheid te maken heeft. Het maakte veel indruk op me.

14. Er was een kleine stad met maar weinig bewoners. Een machtige koning viel die stad aan. Hij omsingelde de stad en bouwde er hoge aanvalstorens bij.

15. In die stad woonde een arme, wijze man. Hij had met zijn wijsheid de stad kunnen redden. Maar niemand dacht aan die arme man[ , omdat hij arm was ].

16. Toen zei ik: "Wijsheid is beter dan wapens, maar de mensen luisteren niet naar de wijsheid van arme mensen."

17. Toch is het beter om te luisteren naar de rustige woorden van een wijs man, dan naar het geschreeuw van een leider van dwazen.

18. Wijsheid is beter dan wapens, maar één slecht mens bederft veel goeds.