BasisBijbel

Openbaring 7:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Daarna zag ik op de vier hoeken van de aarde vier engelen staan. Ze hielden de vier winden van de aarde tegen. Zo waaide er helemaal geen wind meer over het land, over de zee en door de bomen.

2. En ik zag een andere engel komen van waar de zon opkomt. Hij had het stempel van de levende God bij zich. Hij riep luid tegen de vier engelen [ die de winden tegenhielden en ] die de macht hadden gekregen om de aarde, de zee en de bomen kwaad te doen:

3. "Jullie mogen de aarde en de zee nog geen kwaad doen. Eerst moeten we een stempel zetten op het voorhoofd van de dienaren van God [ als bewijs dat ze van God zijn ]."

4. Ik hoorde hoeveel mensen dat stempel zouden krijgen: 144.000 mensen uit alle stammen van het volk Israël kregen dat stempel op hun voorhoofd.

5. Het waren 12.000 mensen uit de stam van Juda, 12.000 mensen uit de stam van Gad, 12.000 mensen uit de stam van Aser,

6. 12.000 mensen uit de stam van Naftali, 12.000 mensen uit de stam van Manasse,

7. 12.000 mensen uit de stam van Simeon, 12.000 mensen uit de stam van Levi, 12.000 mensen uit de stam van Issaschar,

8. 12.000 mensen uit de stam van Zebulon, 12.000 mensen uit de stam van Jozef, en 12.000 mensen uit de stam van Benjamin.