BasisBijbel

Openbaring 19:11-20 BasisBijbel (BB)

11. Ik zag de hemel opengaan en er kwam een wit paard tevoorschijn. De Ruiter op dat paard wordt 'Trouw' en 'Vol Waarheid' genoemd. Hij oordeelt en strijdt op een rechtvaardige manier.

12. Zijn ogen vlamden als vuur en op zijn hoofd stonden heel veel kronen. Daarop stond een naam geschreven die niemand weet. Alleen Hijzelf weet die naam.

13. Zijn kleren waren in bloed geverfd. Zijn naam is: 'Het Woord van God'.

14. En de hemelse legers, gekleed in schone, witte, linnen kleren, volgden Hem op witte paarden.

15. Uit zijn mond kwam een scherp zwaard, waarmee Hij de ongelovigen verslaat. Hij zal streng over de volken heersen, als met een ijzeren staf. Hij zal Zelf de druiven uitpersen in de druivenpers van de straf van de Almachtige God.

16. Op zijn kleding staat bij zijn bovenbeen zijn naam geschreven: 'Hoogste Koning en machtigste Heer.'

17. En ik zag een engel in de zon staan. Hij riep luid tegen alle vogels: "Kom hier! Verzamel je voor de grote maaltijd van God!

18. Eet het vlees van koningen, legeraanvoerders, machtige mensen, paarden en ruiters, vrije mensen en slaven, belangrijke mensen en gewone mensen."

19. Toen zag ik het beest en de koningen van de aarde. Zij en hun legers waren bij elkaar gekomen om te strijden tegen de Ruiter [ op het witte paard ] en zijn leger.

20. Het beest werd gevangen genomen, samen met de leugen-profeet die namens het beest allerlei wonderen had gedaan. Met die wonderen en leugens had het beest de mensen verleid die zijn merkteken op hun voorhoofd hadden. Dat waren de mensen die zijn beeld aanbaden. Het beest en de leugen-profeet werden levend in een zee van brandende zwavel gegooid.