BasisBijbel

Openbaring 13:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Toen zag ik uit de zee een beest komen. Het had zeven koppen en tien horens. Op elke hoorn was een kroon. Op zijn koppen stonden namen die God beledigen.

2. Het beest leek op een luipaard, maar zijn poten leken op die van een beer en zijn bek leek op de bek van een leeuw. En de draak gaf aan dat beest zijn kracht, zijn troon en veel macht.

3. Ik zag dat één van zijn koppen dodelijk gewond was, maar de dodelijke wond genas. Daarom bewonderde de hele wereld het beest.

4. En ze aanbaden de draak die aan het beest zoveel macht had gegeven. En ze aanbaden het beest en zeiden: "Wie is er zó geweldig als dit beest? Wie is er machtiger dan hij?"

5. Het beest kon ook spreken. Het stond aldoor op te scheppen en zei beledigende dingen over God. Dat deed het 42 maanden lang [ (3½ jaar) ].

6. Al die tijd beledigde het beest God, Gods tempel en iedereen die in de hemel woont.

7. Ook streed het beest tegen de gelovigen. Het kreeg de macht om hen te overwinnen. Het kreeg de macht over alle volken en stammen en landen en talen.

8. En alle mensen op aarde zullen het beest aanbidden. Alleen de mensen die staan opgeschreven in het Boek van het Leven doen daar niet aan mee. Het Boek van het Leven is het boek van het Lam dat is geslacht vanaf het begin van de wereld.