BasisBijbel

Openbaring 1:14-20 BasisBijbel (BB)

14. Zijn hoofd en zijn haar waren zo wit als witte wol, ja, zo wit als sneeuw. Zijn ogen vlamden als vuur.

15. Zijn voeten leken van gloeiend koper te zijn. Zijn stem klonk als de zee.

16. In zijn rechterhand hield Hij zeven sterren. Uit zijn mond kwam een vlijmscherp zwaard. Zijn gezicht straalde als de zon op het heetst van de dag.

17. Toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar Hij legde zijn hand op mij en zei: "Je hoeft niet bang te zijn. IK BEN de Eerste en de Laatste en de Levende.

18. IK BEN dood geweest, maar nu leef Ik voor eeuwig. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.

19. Schrijf op wat je ziet. Schrijf op wat er nu is, en wat er nog gaat gebeuren.

20. Dit is wat de zeven sterren in mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaren betekenen: de zeven sterren zijn de zeven engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren zijn de zeven gemeenten."