BasisBijbel

Openbaring 3:6-17 BasisBijbel (BB)

6. Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

7. [ De Heer zei tegen Johannes: ] "Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:Dit zegt de Heer die heilig is, en die de Waarheid is. Dit zegt Hij die de 'sleutel van David' heeft. Als Ik open, zal niemand sluiten. En als Ik sluit, zal niemand openen.

8. Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik heb als het ware een deur voor jullie open gedaan, zodat jullie veel konden doen. Niemand zal die deur kunnen sluiten. Want ook al zijn jullie met maar weinig mensen, tóch hebben jullie gedaan wat Ik heb gezegd. En jullie hebben niet gedaan alsof jullie Mij niet kennen.

9. Een groot aantal Joden beweert wel dat ze Joden zijn, maar dat liegen ze. Want in werkelijkheid horen ze bij de duivel. Let op! Ik zal ervoor zorgen dat een aantal van hen naar jullie toe zal komen. Ze zullen voor jullie neerknielen en toegeven dat Ik van jullie houd.

10. Jullie zijn gehoorzaam op Mij blijven vertrouwen. Daarom zal Ik jullie redden van de moeilijke tijd die de hele wereld zal meemaken. Die moeilijke tijd zal komen om het geloof van de mensen op de proef te stellen.

11. Ik kom gauw. Houd vast aan je geloof. Zorg dat niemand jullie je beloning afneemt.

12. Als je overwint, zal Ik je maken tot een pilaar in de tempel van mijn God. Daar zul je nooit meer uit weggaan. En Ik zal de naam van mijn God op je schrijven en de naam van de stad van mijn God. Die stad is het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt, bij mijn God vandaan. Ook mijn eigen nieuwe naam zal Ik op je schrijven.

13. Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeente zegt."

14. [ De Heer zei tegen Johannes: ] "Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea:Dit zegt de Amen [ (= 'ja, zo is het') ], de Getuige die de waarheid spreekt en die te vertrouwen is. Dit zegt Hij die het Begin is van alles wat God heeft gemaakt:

15. Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet óók dat jullie geloof niet koud is en ook niet heet. Was jullie geloof maar koud of heet! Maar het is lauw.

16. En omdat jullie niet koud of heet zijn, maar lauw, zal Ik jullie uitspugen.

17. Jullie zeggen: 'Wij zijn rijk. Daar hebben we zelf voor gezorgd. We hebben aan niets tekort.' Maar jullie hebben helemaal niet door, dat jullie [ geestelijk gezien ] zielig en arm en blind en naakt zijn.