BasisBijbel

Openbaring 19:1-13 BasisBijbel (BB)

1. Hierna hoorde ik in de hemel het luide roepen van een grote menigte. Ze riepen: "Prijs de Heer! De redding en de macht en majesteit en de eer zijn van onze God. Hij regeert.

2. Want Hij is een eerlijk en rechtvaardig Rechter. Hij heeft de slechte vrouw veroordeeld en gestraft. Want met haar slechtheid heeft ze heel veel kwaad gedaan op aarde. Hij heeft haar gestraft voor het bloed van zijn dienaren die zij heeft gedood."

3. En ze riepen voor de tweede keer: "Prijs de Heer! De stad zal voor eeuwig branden en de rook zal voor eeuwig opstijgen!"

4. De 24 gemeenteleiders en de vier wezens lieten zich in aanbidding op de grond vallen voor God op zijn troon. En ze riepen: "Amen! Zo is het! Prijs de Heer!"

5. Toen zei een stem uit de troon: "Laten alle dienaren van God Hem prijzen. Laat iedereen die ontzag voor Hem heeft, Hem prijzen, iedereen van hoog tot laag!"

6. Toen hoorde ik een stem die leek op het geluid van een grote menigte, of van de zee, of van de donder. En die stem riep: "Prijs de Heer! Want de Almachtige Heer God is Koning!

7. Laten we blij zijn en feestvieren en Hem prijzen! Want de bruiloft van het Lam begint. Zijn bruid heeft zich klaargemaakt."

8. Ze had mooie kleren van fijn, wit linnen gekregen om aan te trekken. Dat fijne linnen is het geloof van de gelovigen. Door dat geloof zijn ze vrijgesproken van schuld.

9. De engel zei tegen mij: "Schrijf op: Het is heerlijk voor de mensen als ze zijn uitgenodigd voor de maaltijd op het bruiloftsfeest van het Lam." En hij zei tegen mij: "Dit is wat God zegt, en wat Hij zegt is waar."

10. Ik liet mij voor zijn voeten op de grond vallen om hem te aanbidden. Maar hij zei: "Doe dat niet! Ik ben een dienaar van God, net als jij en je broeders die in Jezus geloven. Aanbid God! Want elke profetie spreekt in feite over Jezus."

11. Ik zag de hemel opengaan en er kwam een wit paard tevoorschijn. De Ruiter op dat paard wordt 'Trouw' en 'Vol Waarheid' genoemd. Hij oordeelt en strijdt op een rechtvaardige manier.

12. Zijn ogen vlamden als vuur en op zijn hoofd stonden heel veel kronen. Daarop stond een naam geschreven die niemand weet. Alleen Hijzelf weet die naam.

13. Zijn kleren waren in bloed geverfd. Zijn naam is: 'Het Woord van God'.