BasisBijbel

Numeri 4:7-20 BasisBijbel (BB)

7. Ook over de tafel met de heilige broden moeten ze een blauw kleed leggen. Daarop moeten ze de schotels, schalen, kommen en kannen zetten. Het brood moeten ze op de tafel laten liggen.

8. Daarna moeten ze er een rood kleed overheen leggen. En daarover weer een kleed van dun leer. Daarna moeten ze de draagstokken aan de tafel vastmaken.

9. Dan moeten ze een blauw kleed leggen over de kandelaar met de olielampen, de scharen om de lonten mee te knippen, de lampendovers en alle kruiken en vaten die worden gebruikt voor de olijf-olie.

10. Daarna moeten ze er een kleed van dun leer overheen leggen en alles op een draagbaar zetten.

11. Over het gouden [ wierook- ]altaar moeten ze een blauw kleed leggen met daar overheen een kleed van dun leer. Daarna moeten ze de draagstokken aan het altaar vastmaken.

12. Dan moeten ze alle andere dingen die in het heiligdom gebruikt worden, op een blauw kleed leggen. Daar overheen moeten ze een kleed van dun leer leggen en het op een draagbaar leggen.

13. Ze moeten de as van het altaar [ voor de brand-offers ] afvegen en een paars kleed over het altaar leggen.

14. Daarop moeten ze alle dingen leggen die bij het altaar gebruikt worden: de vuurpannen, vorken, scheppen en offerschalen. Daar overheen moeten ze een kleed van dun leer leggen. Daarna moeten ze de draagstokken aan het altaar vastmaken.

15. Als Aäron en zijn zonen klaar zijn met het inpakken van alle heilige voorwerpen, moeten de Kehatieten naar binnen gaan om ze te dragen. Maar ze mogen de heilige voorwerpen niet aanraken. Anders zullen ze sterven. Dit is de taak van de Kehatieten bij het dragen van het heiligdom.

16. Eleazar, de zoon van de priester Aäron, moet zorgen voor de olie voor de kandelaar, de wierook, het meel van de dagelijkse meel-offers en de heilige zalf-olie. Hij heeft het toezicht op de hele tent van ontmoeting met alles wat daarin is."

17. En de Heer zei tegen Mozes en Aäron:

18. "De Kehatieten mogen de heilige voorwerpen [ niet zien en ] niet aanraken, want dan zullen ze sterven.

19. Zorg ervoor dat dat niet gebeurt. Wijs hen daarom precies wat ze moeten doen met deze allerheiligste dingen. Aäron en zijn zonen moeten naar binnen gaan. Zij moeten de Kehatieten aanwijzen wat ze moeten dragen.

20. Maar eerder mogen de Kehatieten niet naar binnen gaan. Ze mogen de heilige voorwerpen niet zien wanneer die ingepakt worden, want dan zullen ze sterven."