BasisBijbel

Numeri 33:6-18 BasisBijbel (BB)

6. Van Sukkot trokken ze naar Etam. Daar zetten ze hun tentenkamp op aan de rand van de woestijn.

7. Toen ze daar vertrokken gingen ze naar Pi-Hachirot. Dat ligt tegenover Baäl-Sefon. Ze zetten hun tentenkamp op tegenover Migdol.

8. Van Pi-Hachirot gingen ze dwars door de Rietzee de Etam-woestijn in. Na drie dagen zetten ze hun tentenkamp op bij Mara.

9. Van Mara trokken ze naar Elim. In Elim waren twaalf waterbronnen en 70 palmbomen. Daar zetten ze hun tentenkamp op.

10. Ze vertrokken weer van Elim en zetten hun tentenkamp op bij de Rietzee.

11. Van de Rietzee gingen ze naar de Sin-woestijn.

12. Van de Sin-woestijn gingen ze naar Dofka.

13. Van Dofka trokken ze naar Aluz.

14. Van Aluz trokken ze naar Rafidim. Daar zetten ze hun tentenkamp op, maar er was geen water om te drinken.

15. Van Rafidim gingen ze naar de Sinaï-woestijn.

16. Ze vertrokken uit de Sinaï-woestijn en zetten hun tentenkamp op bij Kibrot-Taäva.

17. Van Kibrot-Taäva gingen ze naar Hazerot.

18. Ze vertrokken van Hazerot en kwamen bij Ritma.