BasisBijbel

Numeri 33:33-52 BasisBijbel (BB)

33. Van Hor-Gidgad gingen ze naar Jotbata.

34. Van Jotbata trokken ze naar Abrona.

35. Van Abrona gingen ze naar Ezeon-Geber.

36. Van Ezeon-Geber kwamen ze in de Zin-woestijn, dat is Kades.

37. Van Kades gingen ze naar de berg Hor, aan de grens van het land Edom.

38. Daar beklom de priester Aäron de berg Hor omdat de Heer hem dat bevolen had. En daar stierf hij. Dat was in het 40ste jaar na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte, op de eerste dag van de vijfde maand.

39. Aäron was 123 jaar toen hij op de berg Hor stierf.

40. Toen hoorde koning Harad, die in het Zuiderland in Kanaän woonde, dat de Israëlieten er aan kwamen [ en hij viel hen aan ].

41. Ze vertrokken van de berg Hor en zetten hun tentenkamp op bij Zalmona.

42. Van Zalmona gingen ze naar Funon.

43. Van Funon gingen ze naar Obot.

44. Van Obot kwamen ze bij de heuvels van Abarim in het gebied van Moab.

45. Ze vertrokken van de heuvels van Abarim en zetten hun tentenkamp op bij Dibon-Gad.

46. Van Dibon-Gad gingen ze naar Almon-Diblataïm.

47. Van Almon-Diblataïm gingen ze naar de Abarim-bergen, bij Nebo.

48. Van de Abarim-bergen trokken ze naar de vlakte van Moab langs de Jordaan, tot bij Jericho.

49. Ze zetten hun tentenkamp op in de vlakte van Moab, tegenover Jericho, langs de Jordaan vanaf Bet-Jesimot tot aan Abel-Sittim.

50. Daar zei de Heer tegen Mozes:

51. "Zeg tegen de Israëlieten: Straks zullen jullie de Jordaan oversteken naar Kanaän.

52. Dan moeten jullie alle bewoners wegjagen en al hun godenbeelden en altaren verwoesten.