BasisBijbel

Numeri 32:13-32 BasisBijbel (BB)

13. Daarom liet Hij hen 40 jaar lang in de woestijn rondtrekken. Totdat alle mensen die Hem ongehoorzaam waren geweest, gestorven waren.

14. En nu doen jullie precies hetzelfde als zij. Door jullie ongehoorzaamheid zal de Heer nog bozer worden op Israël!

15. Als jullie Hem niet langer vertrouwen, zal Hij het volk nog langer in de woestijn laten rondtrekken. Jullie plan zal een ramp worden voor het hele volk."

16. Maar ze zeiden tegen hem: "We zullen hier stallen bouwen voor het vee, en steden voor onze gezinnen.

17. Maar daarna zullen we ons klaarmaken voor de strijd. We zullen vooraan in het leger van de Israëlieten strijden. Totdat we hen op hun plaats hebben gebracht. Intussen zullen onze gezinnen in de ommuurde steden wonen. Daar zijn ze veilig tegen aanvallen van de bewoners van het land.

18. We zullen pas naar huis teruggaan als alle Israëlieten hun eigen gebied hebben veroverd.

19. Maar wij hoeven geen eigen gebied aan de overkant van de Jordaan. We willen liever het land hier aan de oostkant van de Jordaan hebben."

20. Toen zei Mozes: "Als jullie het zó doen, is het goed. Laat de Heer zien dat jullie je klaarmaken voor de strijd.

21. Daarna moeten jullie de Jordaan oversteken. Daar moeten jullie blijven totdat de Heer al zijn vijanden uit het land heeft weggejaagd,

22. en alle volken die er wonen vernietigd zijn. Daarna mogen jullie teruggaan. Alleen zó hebben jullie je plicht gedaan tegenover de Heer en tegenover Israël. Dan zullen jullie dit land hier mogen hebben.

23. Maar als jullie dat niet doen, zijn jullie ongehoorzaam aan de Heer. En jullie zullen merken dat jullie ongehoorzaamheid gevolgen zal hebben.

24. Bouw dus steden voor jullie gezinnen en stallen voor jullie vee en doe wat jullie beloofd hebben."

25. De stammen van Gad en Ruben antwoordden Mozes: "Dat zullen we doen.

26. Onze kinderen, vrouwen, spullen en vee zullen hier blijven, in de steden van Gilead.

27. Maar wij zullen ons klaarmaken voor de strijd. Wij zullen met de Heer oversteken om het land te veroveren, zoals u gezegd heeft."

28. Toen zei Mozes tegen de priester Eleazar, Jozua en alle leiders van de stammen van de Israëlieten:

29. "Jullie moeten de stammen van Gad en van Ruben het land Gilead als eigen gebied geven. Maar alleen als ze met jullie de Jordaan oversteken en jullie helpen om samen met de Heer het land voor jullie te veroveren.

30. Als ze níet met jullie oversteken, moeten ze bij jullie in Kanaän gaan wonen."

31. Toen antwoordden de stammen van Gad en Ruben: "We zullen doen wat de Heer ons gezegd heeft.

32. Wijzelf zullen goed bewapend oversteken naar Kanaän. Maar ons eigen gebied zal aan deze kant van de Jordaan zijn."