BasisBijbel

Numeri 31:21-36 BasisBijbel (BB)

21. Toen zei de priester Eleazar tegen alle mannen die meegevochten hadden: "Dit is de wet die de Heer aan Mozes heeft gegeven:

22. Alles wat tegen vuur kan, dus alles van goud, zilver, koper, ijzer, tin of lood,

23. moeten jullie door het vuur halen om het rein te maken. Daarna moeten jullie het met reinigings-water reinigen. En alles wat niet tegen vuur kan, moeten jullie met water afspoelen.

24. En jullie moeten op de zevende dag je kleren wassen, zodat jullie rein worden. Pas daarna mogen jullie weer in het tentenkamp komen."

25. De Heer zei tegen Mozes:

26. "Tel alles wat als buit is meegebracht, alle mensen en alle dieren. Doe dat samen met de priester Eleazar en de leiders van het volk.

27. Verdeel dan de buit in twee helften. De ene helft is voor de mannen die hebben gevochten. De andere helft is voor de rest van het volk.

28. Van het deel voor de mannen die gevochten hebben, moet je een deel aan Mij geven. Steeds is één op de 500 gevangenen en één op de 500 koeien, ezels en schapen voor Mij.

29. Die moet je aan de priester Eleazar geven als een beweeg-offer voor Mij.

30. Van het deel voor de rest van de Israëlieten moet je steeds één op de 50 gevangenen en één op de 50 koeien, ezels en schapen geven aan de Levieten die voor mijn heiligdom zorgen."

31. Mozes en Eleazar deden wat de Heer gezegd had.

32. De buit die was meegebracht, bestond uit 675.000 schapen,

33. 72.000 koeien,

34. 61.000 ezels

35. en 32.000 vrouwen die nog nooit met een man naar bed geweest waren.

36. De helft van de buit was voor de mannen die gevochten hadden. Ze kregen:337.500 schapen.