BasisBijbel

Numeri 31:1-12 BasisBijbel (BB)

1. De Heer zei tegen Mozes:

2. "Ik wil dat je wraak neemt op de Midianieten . Daarna zul je sterven."

3. Toen zei Mozes tegen het volk: "Maak je klaar voor de strijd: de Heer wil dat we wraak nemen op de Midianieten.

4. Elke stam van Israël moet 1000 mannen sturen."

5. Zo werden uit elke stam 1000 mannen gestuurd: 12.000 mannen maakten zich klaar voor de strijd.

6. Mozes stuurde de priester Pinehas, de zoon van Eleazar, met het leger mee. Pinehas had de heilige voorwerpen en de trompetten bij zich.

7. Ze vielen de Midianieten aan, zoals de Heer aan Mozes bevolen had. Ze doodden alle mannen.

8. Ook doodden ze de vijf koningen van Midian: Evi, Rekem, Zur, Hur en Reba. Ook [ de waarzegger ] Bileam werd gedood.

9. De vrouwen en kinderen van Midian, al het vee en alle spullen namen ze mee als buit.

10. De steden en tentenkampen staken ze in brand.

11. en

12. Daarna gingen ze met de hele buit en alle gevangenen en alle dieren terug. Ze brachten ze naar Mozes en de priester Eleazar en de Israëlieten die in het tentenkamp in de velden van Moab langs de Jordaan bij Jericho waren achtergebleven.