BasisBijbel

Numeri 3:38-50 BasisBijbel (BB)

38. Mozes, Aäron en de zonen van Aäron moesten vóór de tent van ontmoeting, dus aan de oostkant, hun tenten opzetten. Zij moesten namens de Israëlieten de Heer dienen in het heiligdom. Als iemand anders de tent binnen zou gaan, zou hij gedood worden.

39. Het aantal Levieten van één maand en ouder dat Mozes en Aäron op bevel van God telden, was 22.000 mannen.

40. Toen zei de Heer tegen Mozes: "Tel alle mannen van de Israëlieten die de oudste zoon van hun gezin zijn en die één maand of ouder zijn.

41. Koop hen vrij door in hun plaats de Levieten te nemen. Verder moet je de eerstgeboren dieren van het vee van de Israëlieten vrijkopen met het vee van de Levieten. Ik ben de Heer."

42. Toen telde Mozes alle oudste zonen van de Israëlieten, zoals de Heer hem bevolen had.

43. Het waren in totaal 22.273 mannen.

44. Toen zei de Heer tegen Mozes:

45. "Koop met de Levieten alle oudste zonen vrij. En koop met het vee van de Levieten het vee van de Israëlieten vrij. Want de Levieten zijn van Mij. Ik ben de Heer.

46. Maar er zijn 273 méér oudste zonen dan dat er Levieten zijn.

47. Als losgeld voor die 273 oudste zonen moet je per persoon 5 sikkels zilver [ (55 gram) ] geven. Je moet die afmeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Die sikkel is 20 gera [ (110 gram) ].

48. Dat geld moet je aan Aäron en zijn zonen geven. Zo koop je het aantal mannen vrij dat er méér is dan Levieten."

49. Toen haalde Mozes het losgeld op voor de mannen die er méér waren dan Levieten.

50. Het werd betaald door de oudste zonen van de Israëlieten. Het was 1365 sikkels zilver [ (15 kilo) ], gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt.