BasisBijbel

Numeri 3:21-37 BasisBijbel (BB)

21. Uit Gerson ontstond de familie van Libni en de familie van Simeï. Zij zijn de Gersonieten.

22. Er waren bij hen 7500 mannen van één maand en ouder.

23. Ze moesten hun tenten opzetten langs de achterkant van de tent van ontmoeting, dus aan de westkant.

24. Ze werkten onder leiding van het familiehoofd Eljasaf, de zoon van Laël.

25. Ze moesten zorgen voor de tentkleden van de tent van ontmoeting, voor het gordijn van de ingang van de tent,

26. voor de doeken van de omheining, voor het gordijn van de ingang van de omheining, en voor de touwen van de omheining. Ze moesten daaraan alles doen wat er zoal aan gebeuren moet.

27. Uit Kehat ontstonden de families van Amram, Jizhar, Hebron en Uzziël. Zij zijn de Kehatieten.

28. Er waren bij hen 8600 mannen van één maand en ouder. Ze moesten zorgen voor de [ heilige voorwerpen in de ] tent van ontmoeting.

29. Ze moesten hun tenten opzetten langs de zuidkant van de tent van ontmoeting.

30. Ze werkten onder leiding van het familiehoofd Elizafan, de zoon van Uzziël.

31. Ze moesten zorgen voor de kist van het verbond, de tafel, de kandelaar, de altaren, de heilige voorwerpen die gebruikt werden in de tent van ontmoeting, en voor het gordijn vóór de allerheiligste kamer. Ze moesten daaraan alles doen wat er zoal aan gebeuren moet.

32. De leider van alle Levieten was Eleazar, de zoon van de priester Aäron. Hij had het opzicht over de mannen die dienst moesten doen in het heiligdom.

33. Uit Merari ontstonden de families van Mali en Musi. Zij zijn de Merarieten.

34. Er waren bij hen 6200 mannen van één maand en ouder.

35. Ze werkten onder leiding van het familiehoofd Zuriël, de zoon van Abihaïl. Ze moesten hun tenten opzetten langs de noordkant van de tent van ontmoeting.

36. Ze moesten zorgen voor de planken van de tent van ontmoeting, de dwarsbalken, de palen, de voetstukken, en alle dingen die daarbij horen. Ook moesten ze daar alles aan doen wat er zoal aan gebeuren moet.

37. Verder moesten ze zorgen voor de palen van de omheining, de voetstukken van die palen, de pinnen en de touwen.