BasisBijbel

Numeri 3:2-17 BasisBijbel (BB)

2. Dit zijn de zonen van Aäron. De oudste zoon heette Nadab. Verder Abihu, Eleazar en Itamar.

3. Zij waren door Mozes gezalfd om priesters te zijn.

4. Nadab en Abihu waren door de Heer gedood in de Sinaï-woestijn, toen ze onheilig vuur bij de Heer hadden gebracht. Maar Eleazar en Itamar waren priesters bij hun vader Aäron [ die hogepriester was ]. Nadab en Abihu hadden geen kinderen.

5. En de Heer zei tegen Mozes en Aäron:

6. "Laat de mannen van de stam van Levi bij Aäron komen. Zij moeten hem voortaan helpen.

7. Ze moeten Aäron en het volk dienen bij de tent van ontmoeting.

8. Ze moeten zorgen voor alle dingen die bij de tent van ontmoeting horen. En ze moeten Mij namens het volk dienen bij de tent van ontmoeting.

9. Alle Levieten zullen Aäron en zijn zonen helpen. Hen heb Ik daarvoor uit het volk Israël uitgekozen.

10. Maar alleen Aäron en zijn zonen mogen priesters zijn. Als iemand anders de taken van een priester doet, zal Ik hem doden."

11. En de Heer zei tegen Mozes:

12. "Ik neem uit het volk Israël de Levieten in plaats van alle oudste zonen.

13. De Levieten zullen van Mij zijn, net zoals alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren van Mij zijn. Sinds de dag dat Ik alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren van Egypte doodde, zijn alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren van Israël voor Mij. Ik ben de Heer."

14. En de Heer zei tegen Mozes in de Sinaï-woestijn:

15. "Tel alle Levieten volgens de families waar ze bij horen. Tel alle mannen van één maand oud en ouder."

16. Toen telde Mozes hen, zoals de Heer bevolen had.

17. De zonen van Levi waren Gerson, Kehat en Merari.