16. Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met het meel-offer en wijn-offer die daarbij horen.
17. Op de tweede dag [ van het feest ] offeren jullie twaalf jonge stieren, twee mannetjes-schapen en 14 vrouwtjes-schapen van één jaar. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn.
18. Ook moeten jullie het meel-offer en het wijn-offer brengen die daarbij horen: net zoveel meel-offers en wijn-offers als dat er dieren zijn, zoals voorgeschreven is.
19. Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met het meel-offer en wijn-offer die daarbij horen.
20. Op de derde dag elf jonge stieren, twee mannetjes-schapen en 14 vrouwtjes-schapen van één jaar. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn.
21. Ook moeten jullie het meel-offer en het wijn-offer brengen die daarbij horen: net zoveel meel-offers en wijn-offers als dat er dieren zijn, zoals voorgeschreven is.
22. Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met het meel-offer en wijn-offer die daarbij horen.
23. Op de vierde dag tien jonge stieren, twee mannetjes-schapen en 14 vrouwtjes-schapen van één jaar. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn.
24. Ook moeten jullie het meel-offer en het wijn-offer brengen die daarbij horen: net zoveel meel-offers en wijn-offers als dat er dieren zijn, zoals voorgeschreven is.
25. Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met het meel-offer en wijn-offer die daarbij horen.
26. Op de vijfde dag negen jonge stieren, twee mannetjes-schapen en 14 vrouwtjes-schapen van één jaar. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn.