BasisBijbel

Numeri 24:11-25 BasisBijbel (BB)

11. Maak dat je wegkomt en ga naar huis! Ik had gezegd dat ik je rijk zou belonen, maar de Heer heeft ervoor gezorgd dat je geen beloning krijgt!"

12. Maar Bileam zei tegen Balak: "Ik had toch gezegd tegen de boodschappers die mij kwamen halen:

13. 'Al gaf Balak mij zijn huis vol goud of zilver, ik kan niet ongehoorzaam zijn aan het bevel van de Heer, door uit mijzelf iets goeds of iets slechts over het volk te zeggen. Wat de Heer zal spreken, dát zal ik zeggen.'

14. Voordat ik naar mijn eigen volk terug ga, zal ik u zeggen wat dit volk uiteindelijk met uw land zal doen."

15. en

16. Hij zei: "Dit zegt Bileam.Dit zegt de man die hoort wat God zegten die de plannen van de Allerhoogste God kent.Hij ziet [ in zijn geest ] dingen die de Allerhoogste God hem laat zien.

17. Ik zie iemand staan. Niet nu, maar in de toekomst.Hij komt op in Israël, zoals een ster opkomt aan de hemel.Hij is koning over Israël.Hij vernietigt Moab, het volk dat afstamt van Set.

18. Hij zal zijn vijanden verslaan: hij zal Edom en Seïr veroveren.Israël zal sterk zijn en heersen.

19. Iemand uit Israël zal heersen.Hij zal de vluchtelingen uit Ar doden."

20. Toen zag hij [ in zijn geest ] Amalek en zei:"Amalek is het machtigste van alle volken,maar uiteindelijk zal het vernietigd worden."

21. Toen zag hij [ in zijn geest ] de Kenieten en zei:"Jullie wonen op een veilige plaats, volk van Kaïn.Veilig als in een nest dat hoog op een rots is gebouwd.

22. Toch zullen jullie worden vernietigd.Assur zal jullie gevangen meenemen."

23. Verder zei hij:"Vreselijk! Wie zal in leven blijven wanneer God deze dingen doet?

24. Er komen schepen van de kust van de Kittieten .Ze zullen Assur en Heber aanvallen.Maar ook de Kittieten zullen tenslotte worden vernietigd."

25. Toen ging Bileam naar zijn land terug. Ook Balak ging weer naar huis.