BasisBijbel

Numeri 23:10-17 BasisBijbel (BB)

10. Wie kan de familie van Jakob tellen?Ze zijn zo ontelbaar als stof!Wie kan tellen hoe groot ook maar een kwart van het volk Israël is?Ik wilde wel dat ik zou sterven als één van hen,als één van hen die bij God horen!"

11. Toen zei Balak tegen Bileam: "Wat doe je me nu? Ik heb je laten komen om mijn vijanden te vervloeken, en nu heb je hen gezegend!"

12. Maar hij antwoordde hem: "Ik mag alleen dát zeggen wat de Heer mij beveelt."

13. Toen zei Balak tegen hem: "Ga alsjeblieft met mij mee naar een andere plek vanwaar je het volk kan zien. Daar zul je een ander deel van het volk zien. Maar ook daar kun je niet het hele volk zien. Vervloek hen dan voor mij vanaf die andere plaats."

14. Hij nam hem mee naar de Zofim-vlakte, op de helling van de Pisga. Hij bouwde er zeven altaren en offerde op elk altaar een stier en een mannetjes-schaap.

15. Bileam zei tegen Balak: "Blijf hier bij het offer staan. Ik zal verderop God ontmoeten."

16. De Heer kwam naar Bileam toe en zei hem wat hij zeggen moest. Daarmee stuurde Hij hem naar Balak terug.

17. Toen Bileam terugkwam, stond Balak daar nog steeds bij zijn offer, met de leiders van Moab. Balak vroeg hem: "Wat heeft de Heer gezegd?"