BasisBijbel

Numeri 22:24-31 BasisBijbel (BB)

24. Toen ging de Engel van de Heer op een weg tussen de wijngaarden staan, op een plaats waar aan beide kanten een muur langs de weg was.

25. Toen de ezel de Engel van de Heer zag, drukte hij zich tegen de muur aan, zodat Bileams voet klem kwam te zitten tegen de muur. Hij sloeg de ezel opnieuw.

26. Toen ging de Engel van de Heer verderop staan, op een smalle plek waar geen ruimte was om langs Hem heen te komen.

27. Toen de ezel de Engel van de Heer weer zag, ging hij onder Bileam op de grond liggen. Bileam werd woedend en begon de ezel met zijn stok te slaan.

28. Toen zorgde de Heer ervoor dat de ezel kon praten.

29. De ezel zei tegen Bileam: "Je hebt me nu drie keer geslagen. Wat heb ik verkeerd gedaan?" Bileam antwoordde de ezel: "Je zet mij voor gek! Als ik een zwaard bij me had gehad, zou ik je nu doden."

30. Maar de ezel zei: "Je hebt je hele leven al op mij gereden. Heb ik ooit eerder zo tegen je gedaan?" En hij zei: "Nee."

31. Toen liet de Heer Bileam zien wat de ezel al had gezien. Hij zag de Engel van de Heer met zijn zwaard in de hand op de weg staan. Bileam knielde neer en boog zich met zijn gezicht tot de grond.