BasisBijbel

Numeri 22:1-4 BasisBijbel (BB)

1. De Israëlieten trokken verder en zetten hun tentenkamp op langs de Jordaan in de vlakte van Moab. Aan de andere kant van de Jordaan lag de stad Jericho.

2. Koning Balak van Moab, de zoon van Zippor, zag wat Israël met de Amorieten had gedaan.

3. Daarom waren hij en zijn volk erg bang voor het volk Israël. Vooral omdat het zo groot was.

4. Toen overlegde Balak met de leiders van Midian. Hij zei: "Die mensenmassa van Israël zal ons hele land kaalvreten, zoals een koe het gras van het veld afvreet!"