BasisBijbel

Numeri 18:5-18 BasisBijbel (BB)

5. Jij en je zonen hebben de taak om te dienen in het heiligdom en bij het altaar. [ Als jullie je hieraan houden, ] dan zal Ik niet boos worden op de Israëlieten.

6. Ik heb Zelf de Levieten uit de rest van de Israëlieten gekozen en aan jou gegeven om je te helpen bij de tent van ontmoeting.

7. Maar alleen jij en je zonen mogen priesters zijn. Alleen jullie mogen dienen in alles wat er bij het altaar en achter het gordijn bij de kist van het verbond moet gebeuren. Daar moeten jullie dienen. Aan jullie heb Ik de taak van priesters gegeven. Het is mijn geschenk aan jullie. Maar als andere mensen die dingen doen, moeten ze worden gedood."

8. En de Heer zei tegen Aäron: "Het is ook jullie taak om alle beweeg-offers van de Israëlieten aan te nemen. Alles wat ze aan Mij geven, geef Ik aan jullie, omdat jullie gezalfd zijn. Dit is een eeuwige wet, die ook geldt voor jullie zonen ná jullie.

9. Van de offers waarvan maar een deel verbrand wordt, is een deel voor jullie. Dat deel is heel erg heilig. Alles wat ze Mij vrijwillig geven, met de meel-offers die daarbij horen, is voor jullie. En hun vergevings-offers en schuld-offers die ze aan Mij geven, zijn ook voor jou en je zonen. Dat is heel erg heilig.

10. Alle mannen uit jouw familie mogen daarvan eten. Ze moeten het eten op een heilige plek, want het is heel erg heilig.

11. De beweeg-offers die de Israëlieten aan Mij geven en die niet verbrand worden, geef Ik aan de priesters en hun gezinnen. Iedereen in jullie gezin die rein is, mag ervan eten. Dat is een eeuwige wet.

12. Ik geef jullie dus het allerbeste deel van de olijf-olie, van de wijn en van het graan. Het eerste deel daarvan, het deel dat ze aan Mij geven, geef Ik aan jullie.

13. Het eerste deel van alles wat geoogst wordt in het land, is voor Mij. En Ik geef het aan jullie. Iedereen in jullie gezin die rein is, mag ervan eten.

14. Alles wat in Israël aan Mij wordt gegeven, is voor jullie.

15. Alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren die ze aan Mij geven, zijn voor jullie. Alleen moeten jullie de oudste zonen vrijkopen. Ook de eerstgeboren onreine dieren moeten jullie vrijkopen.

16. De zonen moeten jullie vrijkopen zodra ze één maand oud zijn. Je koopt hen vrij met een bedrag van 5 sikkels zilver [ (55 gram) ], gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Die is 20 gera.

17. Maar de eerstgeboren dieren van koeien, schapen of geiten mag je niet vrijkopen. Ze zijn voor Mij. Je moet hun bloed rondom tegen de zijkanten van het altaar werpen en hun vet moet je verbranden. Als je het zó doet, ben Ik blij met het offer.

18. Maar het vlees van die dieren is voor jullie: het borststuk dat naar Mij omhoog gehouden is en heen en weer is bewogen en de rechter schouder zijn voor jullie.