BasisBijbel

Numeri 18:14-30 BasisBijbel (BB)

14. Alles wat in Israël aan Mij wordt gegeven, is voor jullie.

15. Alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren die ze aan Mij geven, zijn voor jullie. Alleen moeten jullie de oudste zonen vrijkopen. Ook de eerstgeboren onreine dieren moeten jullie vrijkopen.

16. De zonen moeten jullie vrijkopen zodra ze één maand oud zijn. Je koopt hen vrij met een bedrag van 5 sikkels zilver [ (55 gram) ], gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Die is 20 gera.

17. Maar de eerstgeboren dieren van koeien, schapen of geiten mag je niet vrijkopen. Ze zijn voor Mij. Je moet hun bloed rondom tegen de zijkanten van het altaar werpen en hun vet moet je verbranden. Als je het zó doet, ben Ik blij met het offer.

18. Maar het vlees van die dieren is voor jullie: het borststuk dat naar Mij omhoog gehouden is en heen en weer is bewogen en de rechter schouder zijn voor jullie.

19. Alle beweeg-offers die de Israëlieten aan Mij geven, geef Ik aan de priesters en hun gezinnen. Het is een eeuwige wet van Mij, een eeuwig verbond dat geldt voor jou en je familie ná jou."

20. En de Heer zei tegen Aäron: "De priesters zullen in het land geen eigen gebied krijgen. In plaats daarvan hebben ze Mij.

21. Ook de andere Levieten krijgen geen eigen gebied. Ik geef hun alle tienden van Israël. Die zijn voor hen. Dat is hun loon voor het werk dat ze bij de tent van ontmoeting doen.

22. Want de Israëlieten mogen niet meer bij de tent van ontmoeting komen. Doen ze dat toch, dan zijn ze Mij ongehoorzaam en zullen ze sterven.

23. Maar de Levieten moeten dienen bij de tent van ontmoeting. Zij zijn er verantwoordelijk voor en ze zullen zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze daarbij verkeerd doen. Dit is een eeuwige wet voor jou en je familie ná jou. Jullie krijgen geen eigen gebied bij de Israëlieten.

24. In plaats daarvan krijgen de Levieten alle tienden die de Israëlieten als beweeg-offer aan Mij geven. Daarom heb Ik gezegd dat de Levieten geen eigen gebied krijgen, zoals de andere Israëlieten."

25. De Heer zei tegen Mozes:

26. "Zeg tegen de Levieten: In plaats van een eigen gebied krijgen jullie van de Israëlieten de tienden. Daarvan moeten jullie weer een tiende deel als beweeg-offer aan Mij geven.

27. Zoals de andere Israëlieten een tiende deel van hun oogst van graan of wijn aan Mij geven, zo geven jullie aan Mij een tiende deel van de tienden die jullie krijgen. Dat is júllie beweeg-offer aan Mij.

28. Dat deel moeten jullie aan de priester Aäron geven. Maar eerst moeten jullie het naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Daarna geven jullie het aan Aäron.

29. Van alles wat jullie krijgen, moeten jullie een heel tiende deel van het beste deel aan Mij geven.

30. Zeg dus tegen de Levieten: 'De Israëlieten geven een tiende deel van het beste van hun oogst van graan of wijn als beweeg-offer aan de Heer. [ Daarna is het voor jullie. ] En jullie geven weer een tiende deel van het beste daarvan als beweeg-offer aan de Heer. [ Daarna is dat voor Aäron. ]