BasisBijbel

Numeri 14:26-43 BasisBijbel (BB)

26. Verder zei de Heer tegen Mozes en Aäron:

27. "Hoelang zal Ik nog bij dit slechte volk blijven dat aldoor tegen Mij moppert en klaagt? Want Ik heb gehoord wat ze zeggen.

28. Zeg daarom tegen hen: Dit zegt de Heer: Ik zweer bij Mijzelf dat Ik met jullie zal doen wat jullie zelf hebben gezegd:

29. in deze woestijn zullen de lijken liggen van alle getelde mannen. Alle mannen van 20 jaar en ouder zullen hier sterven, omdat jullie tegen Mij hebben gemopperd en geklaagd.

30. Jullie zullen niet komen in het land waarvan Ik gezworen had dat jullie er zouden gaan wonen. Behalve Kaleb en Jozua.

31. Maar jullie kinderen, van wie jullie hebben gezegd dat ze gevangen genomen zouden worden, die zal Ik er brengen. Zij zullen wonen in het land dat jullie niet wilden hebben.

32. Maar júllie zullen in deze woestijn sterven.

33. En jullie kinderen zullen de gevolgen dragen van jullie ongehoorzaamheid. Zij zullen 40 jaar lang in deze woestijn rondtrekken, totdat jullie allemaal zijn gestorven in deze woestijn.

34. Jullie hebben 40 dagen lang het land verkend. Nu zullen jullie 40 jaar lang de gevolgen van jullie ongehoorzaamheid moeten dragen. Voor elke dag één jaar. Zo zullen jullie weten wat het betekent als Ik niet meer met jullie ben.

35. Ik, de Heer, heb gesproken. Dit is wat Ik ga doen met dit slechte volk dat in zijn geheel ongehoorzaam aan Mij is. In deze woestijn zullen ze sterven."

36. En de Heer doodde de mannen die door Mozes waren gestuurd om het land te verkennen en die daarna praatjes rondstrooiden over het land. Want door hun slechte berichten was het hele volk gaan mopperen en klagen.

37. De Heer doodde hen door een ziekte.

38. Alleen de verkenners Jozua en Kaleb bleven in leven.

39. Toen Mozes aan de Israëlieten vertelde wat de Heer had gezegd, waren ze diep bedroefd.

40. De volgende morgen vroeg gingen ze toch op pad om het land te veroveren en de bergen in te gaan. Ze zeiden: "We gaan toch maar naar de plaats die de Heer ons heeft beloofd. Want we geven toe dat we verkeerd hebben gedaan."

41. Maar Mozes zei: "Waarom doen jullie niet wat de Heer heeft bevolen? Het zal jullie niet lukken.

42. Ga niet, want de Heer gaat niet met jullie mee. Jullie zullen door je vijanden verslagen worden.

43. Jullie zullen moeten strijden tegen de Amalekieten en de Kanaänieten en ze zullen jullie doden. Want jullie zijn ongehoorzaam geweest aan de Heer. Daarom zal Hij niet met jullie meegaan."