BasisBijbel

Numeri 11:6-15 BasisBijbel (BB)

6. Maar nu drogen we uit. Er is helemaal niets te eten. We hebben alleen maar dat manna ."

7. Het manna smaakte naar korianderzaad en had de kleur van balsemhars.

8. Het volk ging het elke dag verzamelen. Daarna maalden ze het of stampten ze het fijn. Daarna kookten ze het en maakten er koeken van, die naar oliekoeken smaakten.

9. Telkens wanneer 's nachts de dauw op het tentenkamp neerkwam, kwam ook het manna op het kamp neer.

10. Mozes hoorde hoe de mensen bij hun tenten klaagden. En de Heer werd vreselijk boos. Ook Mozes vond het verkeerd dat ze zo klaagden.

11. Hij zei tegen de Heer: "Waarom maakt U het mij toch zo moeilijk? Waarom doet U mij dit aan? Waarom moet ík voor dit volk zorgen?

12. Is dit hele volk soms míjn kind? Is het soms uit míj geboren? Want U zegt tegen mij: 'Draag dit volk en zorg voor dit volk, zoals een moeder voor haar baby zorgt.' Waarom moet ík het naar het land brengen dat U aan hun voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft beloofd?

13. Ze zeuren aldoor bij mij om vlees! Maar waar moet ik vlees vandaan halen voor zoveel mensen?

14. Ik kan het niet aan om in mijn eentje voor dit volk te zorgen. Het is te moeilijk!

15. Als ik het alleen moet doen, heb ik liever dat U mij doodt. Dan ben ik van al die ellende af!"