BasisBijbel

Numeri 10:18-30 BasisBijbel (BB)

18. Daarna vertrokken de stammen die bij de vlag van de stam van Ruben stonden. Aan het hoofd van de stam van Ruben stond Elizur, de zoon van Sedeür.

19. Aan het hoofd van de stam van Simeon stond Selumiël, de zoon van Zurisaddai.

20. Aan het hoofd van de stam van Gad stond Eljasaf, de zoon van Rehuël.

21. Daarna vertrokken de Kehatieten, die de heilige voorwerpen moesten dragen. De tent van ontmoeting werd opgezet voordat zij kwamen.

22. Daarna vertrokken de stammen die bij de vlag van de stam van Efraïm stonden. Aan het hoofd van de stam van Efraïm stond Elisama, de zoon van Ammihud.

23. Aan het hoofd van de stam van Manasse stond Gamaliël, de zoon van Pedazur.

24. Aan het hoofd van de stam van Benjamin stond Abidan, de zoon van Gideoni.

25. Als laatste vertrokken de stammen die bij de vlag van de stam van Dan stonden. Aan het hoofd van de stam van Dan stond Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai.

26. Aan het hoofd van de stam van Aser stond Pagiël, de zoon van Ochran.

27. Aan het hoofd van de stam van Naftali stond Ahira, de zoon van Enan.

28. Dat was de volgorde waarin de Israëlieten optrokken als ze verder reisden.

29. Toen zei Mozes tegen Hobab, de broer van zijn vrouw, de zoon van zijn schoonvader Rehuël uit Midian: "We trekken naar de plaats die de Heer aan ons beloofd heeft. Ga met ons mee, dan zul je het goed hebben. Want de Heer heeft aan Israël goede dingen beloofd."

30. Maar hij antwoordde: "Nee, ik wil naar mijn eigen land en familie teruggaan."