BasisBijbel

Numeri 23:14-30 BasisBijbel (BB)

14. Hij nam hem mee naar de Zofim-vlakte, op de helling van de Pisga. Hij bouwde er zeven altaren en offerde op elk altaar een stier en een mannetjes-schaap.

15. Bileam zei tegen Balak: "Blijf hier bij het offer staan. Ik zal verderop God ontmoeten."

16. De Heer kwam naar Bileam toe en zei hem wat hij zeggen moest. Daarmee stuurde Hij hem naar Balak terug.

17. Toen Bileam terugkwam, stond Balak daar nog steeds bij zijn offer, met de leiders van Moab. Balak vroeg hem: "Wat heeft de Heer gezegd?"

18. Bileam zei: "Sta op Balak, en luister.Zet je oren open voor wat ik zeg, zoon van Zippor.

19. God is niet zoals de mensen. Mensen liegen, maar God liegt nooit.Mensen veranderen van gedachten, maar God doet altijd wat Hij zegt.Hij houdt Zich altijd aan wat Hij heeft beloofd.

20. Hij heeft mij het bevel gegeven om te zegenen.Hij heeft hen gezegend. Daar kan ik niets aan veranderen.

21. God ziet geen kwaad bij het volk Israël.Hij vergeeft hun wat ze verkeerd doen.Hun Heer God is met hen. Ze jubelen over hun Koning.

22. God heeft hen uit Egypte bevrijd.Hij verdedigt hen [ als een buffel ] met sterke horens.

23. Het volk van Jakob kan niet vervloekt worden.Toverspreuken kunnen het volk Israël niets doen.Dit is wat God voor hen doet:

24. Hij heeft het volk zo sterk gemaakt als een machtige leeuw,als een leeuw die niet gaat liggen vóórdat hij zijn prooi heeft verscheurden het bloed heeft gedronken van wie hij heeft gedood."

25. Toen zei Balak tegen Bileam: "Als je het volk dan beslist niet wil vervloeken, zegen het dan in ieder geval óók niet!"

26. Maar Bileam antwoordde hem: "Ik heb u toch gezegd dat ik alles zal zeggen wat de Heer wil dat ik zeg?"

27. Toen zei Balak: "Kom met me mee naar een andere plaats. Misschien zal God het goed vinden dat je het volk vanaf die plek vervloekt."

28. Toen nam Balak Bileam mee naar de top van de Peor, vanwaar je uitkijkt over de woestijn.

29. Bileam zei tegen Balak: "Bouw hier zeven altaren en offer hier zeven stieren en zeven mannetjes-schapen."

30. Balak deed wat Bileam had gevraagd en offerde op elk altaar een stier en een mannetjes-schaap.