BasisBijbel

Nehemia 9:25-36 BasisBijbel (BB)

25. Ze hebben sterke steden en vruchtbare grond veroverd.Ook huizen vol met spullen,waterputten die in de rotsen waren uitgehakt,veel wijngaarden, olijfbomen en fruitbomen.Ze hadden meer dan genoeg te eten.Ze hadden een goed leven, dankzij U.

26. Maar ze werden koppig en ongehoorzaam.Ze kwamen tegen U in opstand.Ze gooiden uw wet aan de kant.Ze doodden de profeten die hen waarschuwdendat ze naar U terug moesten gaan.Ze deden verschrikkelijke dingen.

27. Daarom gaf U hen in de macht van hun vijanden.Maar als ze in grote moeilijkheden waren,begonnen ze U om hulp te roepen.Dan luisterde U naar hen vanuit de hemel.Omdat U liefdevol en goed bent, gaf U hun bevrijders.Die redden hen uit de macht van hun vijanden.

28. Maar zodra het weer goed met hen ging,liepen ze weer bij U weg.Dan gaf U hen weer in de macht van hun vijanden,zodat die over hen heersten.Maar als ze U weer om hulp begonnen te roepen,luisterde U weer naar hen vanuit de hemel.Weer redde U hen, omdat U van hen hield.Zo redde U hen elke keer opnieuw.

29. U waarschuwde hen steeds opnieuw uw wet weer te gehoorzamen.Maar ze waren ongehoorzaam,luisterden niet naar U en hielden zich niet aan uw wet.Terwijl U toch beloofd had dat het goed gaat met ieder mensdie zich aan uw wet houdt.Maar ze waren koppig en ongehoorzaam en hielden zich er niet aan.

30. Jarenlang bleef U geduldig.U bleef hen door uw Geest waarschuwen.Maar ze luisterden niet naar wat uw profeten zeiden.Toen heeft U hen in de macht gegeven van andere volken.

31. Maar omdat U van hen hieldheeft U hen niet helemaal vernietigd.U heeft hen niet voorgoed verlaten.Want U bent een goede en liefdevolle God.

32. Machtige en ontzagwekkende God,U houdt U aan uw verbond, omdat U liefdevol bent.Zie nu wat ons allemaal is aangedaan:ons, onze koningen, onze leiders, onze priesters,onze profeten, onze ouders, ons allemaal,vanaf de dag dat wij werden overwonnen door de koningen van Assur.

33. U heeft gelijk dat U dit allemaal met ons heeft laten gebeuren.Want U was wel trouw aan ons,maar wij waren niet trouw aan U.

34. Onze koningen, onze leiders, onze priesters enonze ouders hebben zich niet aan uw wet gehouden.En ze hebben zich niets van uw waarschuwingen aangetrokken.

35. Ze hebben U niet willen dienen,hoewel U hen tot een machtig land had gemaakt,altijd goed voor hen bent geweest,en hun een ruim en vruchtbaar land heeft gegeven.Ze hebben niet bij U terug willen komen.

36. Nu zijn wij slaven in het land dat U aan onze voorouders had gegeven.U had dat land aan ons gegeven om ervan te genieten.Maar nu zijn we slaven in ons eigen land!