BasisBijbel

Nehemia 9:17-28 BasisBijbel (BB)

17. Ze weigerden te luisteren.Ze dachten niet meer aan de wonderen die U voor hen had gedaan.Ze waren koppig en ongehoorzaam.Ze zochten zelfs een leider die hen moest terugbrengennaar het land van slavernij. Maar U bent een God die vergeeft.U bent liefdevol en geduldig.U heeft hen niet verlaten.

18. Zelfs niet toen ze een gouden kalf hadden gemaakten zeiden: "Dit is jullie god die jullie uit Egypte heeft bevrijd."Zelfs toen ze U zo vreselijk beledigden,

19. heeft U hen niet verlaten in de woestijn.Want U bent liefdevol en vriendelijk.De grote, hoge wolk die hen overdag leidde, verliet hen niet.En de wolk van vuur die hun 's nachts licht gaf en hun de weg wees,ging niet bij hen weg.

20. U heeft hun uw goede Geest gegeven om hen alles te leren.U heeft manna gegeven toen ze honger hadden,en water toen ze dorst hadden.

21. Zo heeft U 40 jaar lang in de woestijn voor hen gezorgd.Ze kwamen niets tekort.Hun kleren versleten niet en hun voeten werden niet dik.

22. U gaf hun de overwinning over koningen en volken.U verdeelde hún landen onder uw volk.Zo hebben ze het land van koning Sihon van Hesbon veroverd.Ook het land van koning Og van Basan.

23. U heeft ervoor gezorgd dat het volk zo ontelbaar werdals de sterren aan de hemel.U heeft hen gebracht naar het land dat U aan hun voorvaders had beloofd.

24. En zo hebben zij het land veroverd.U heeft de bewoners van het land, de Kanaänieten, in hun macht gegeven.U heeft hun koningen en de volken in hun macht gegeven.Ze konden met hen doen wat ze wilden.

25. Ze hebben sterke steden en vruchtbare grond veroverd.Ook huizen vol met spullen,waterputten die in de rotsen waren uitgehakt,veel wijngaarden, olijfbomen en fruitbomen.Ze hadden meer dan genoeg te eten.Ze hadden een goed leven, dankzij U.

26. Maar ze werden koppig en ongehoorzaam.Ze kwamen tegen U in opstand.Ze gooiden uw wet aan de kant.Ze doodden de profeten die hen waarschuwdendat ze naar U terug moesten gaan.Ze deden verschrikkelijke dingen.

27. Daarom gaf U hen in de macht van hun vijanden.Maar als ze in grote moeilijkheden waren,begonnen ze U om hulp te roepen.Dan luisterde U naar hen vanuit de hemel.Omdat U liefdevol en goed bent, gaf U hun bevrijders.Die redden hen uit de macht van hun vijanden.

28. Maar zodra het weer goed met hen ging,liepen ze weer bij U weg.Dan gaf U hen weer in de macht van hun vijanden,zodat die over hen heersten.Maar als ze U weer om hulp begonnen te roepen,luisterde U weer naar hen vanuit de hemel.Weer redde U hen, omdat U van hen hield.Zo redde U hen elke keer opnieuw.