BasisBijbel

Nehemia 12:2-18 BasisBijbel (BB)

2. Amarja, Malluch, Hattus,

3. Sechanja, Rehum, Meremot,

4. Iddo, Ginnetoi, Abia,

5. Miamin, Maädja, Bilga,

6. Semaja, Jojarib, Jedaja,

7. Sallu, Amok, Hilkia en Jedaja. Zij waren de hoofden van de priesters in de tijd dat Jozua hogepriester was.

8. De namen van de Levieten waren: Jozua, Binnuï, Kadmiël, Serebja, Juda en Mattanja. Mattanja en zijn broers hadden de leiding over de zangkoren.

9. Bakbukja en Unni , hun broeders, stonden bij de diensten tegenover hen.

10. De hogepriester Jesua kreeg een zoon: Jojakim. Jojakim kreeg een zoon: Eljasib. Eljasib kreeg een zoon: Jojada.

11. Jojada kreeg een zoon: Jonatan. Jonatan kreeg een zoon: Jaddua.

12. Dit zijn de namen van de familiehoofden van de priesters in de tijd dat Jojakim hogepriester was:Meraja van de familie van Seraja.Hananja van de familie van Jeremia.

13. Mesullam van de familie van Ezra.Johanan van de familie van Amarja.

14. Jonatan van de familie van Melichu.Josef van de familie van Sebanja.

15. Adna van de familie van Harim.Helkai van de familie van Merajot.

16. Zacharia van de familie van Iddo.Mesullam van de familie van Ginneton.

17. Zichri van de familie van Abia.Piltai van de familie van Moadja uit de familie van Minjamin.

18. Sammua van de familie van Bilga.Jonatan van de familie van Semaja.